Steek je hand op als je bang bent voor je eerste sessie. Dit vroeg ik aan een jongetje van 10 jaar dat bij me in spelgerichte therapie ondersteund met honden kwam.
Steek je hand op als je bang bent voor je eerste sessie. Bij een beetje angst hou het dan laag en breng je hand hoger bij meer angst en als je heel heel bang bent zo hoog als je kan.
Dit vroeg ik aan een jongetje van 10 jaar dat bij me in spelgerichte therapie ondersteund met honden kwam.
In elke sessie gebeurt er wat maar er gebeurt ook wat thuis, in school, aan de eettafel. Kinderen willen graag verbinding maken. Thuis zijn er verbindingen maar er is iets unieks aan verbinden in een therapeutische sessie en zeker de eerste keer. Je voelt de onwennigheid bij de kinderen om in verbinding te gaan met mij, die ‘vreemde mevrouw’.
Ze brengen een vertrouwenspersoon mee, meestal één van de ouders maar het kan ook een ander zorgfiguur zijn, pleegouder, grootouder, tante. Iemand waar ze zich veilig bij voelen.
Kinderen vragen zich niet af “Hoe ga ik mij voorstellen?” of “Welke rol wordt hier van mij verwacht?”. Ze zijn wel bezig met “gaat die mevrouw mij leuk vinden?” “Wat gaan we allemaal doen?” “ Ga ik het fijn vinden?” Al deze vragen in hun hoofdje maakt hen onzeker tijdens de eerste sessies.
Dit is waar mijn honden een belangrijke ondersteunende rol in spelen. Ze maken contact met het kind en de zorgfiguur. Ze nemen het kind als het ware mee in de context. Arwyn is een hond die graag buiten is. Komt er een nieuw cliëntje dan neemt ze het mee op sleeptouw. Volg mij maar is haar boodschap. Ook binnen geeft ze onmiddellijk een speelse energie. “Doe wat met mij” vraagt ze dan. Het kind kijkt mij dan vragend aan waar ik op inspeel. We gaan speelgoed zoeken dat hond en kind leuk vinden. De brug van het eerste veilige gevoel in de sessie is gebouwd.
De hond kan in dat eerste moment zoveel meer dan de therapeut. Zijn nabijheid ondersteunt en vangt een eventueel eenzaam gevoel op. Zonder dat ze het uitspreken merken kinderen op dat de hond mij vertrouwt. Hij kijkt naar mij, zoekt zelf steun bij mij, is afgestemd op mij,…Kinderen pikken dit op en voelen sneller een betrouwbaarheid bij mij.
Kinderen stellen zich in gedrag onmiddellijk open voor de hond. Ze maken een eerlijke connectie met de hond. Therapiehonden anticiperen hierop door ook de connectie aan te gaan. De start van een fijne relatie is gelegd. In volgende sessies wordt die relatie tussen kind en hond verfijnd. Ze leren afstemmen op elkaar. Ze leren rekening houden met elkaars gevoelens en verlangens. Tussen deze verbinding beweeg ik mij als therapeut. Ik begeleid beiden in het afstemmen op elkaar. Zorg dragen voor elkaar. Iets betekenen voor elkaar. Wanneer het in de veilige context van therapeutische setting is ingebed. Wanneer er een internalisering van de ervaring heeft plaatsgevonden beginnen we aan de inbedding en transfer naar het dagdagelijkse leven van het kind.